Preek over Hebreeën 9:27,28

2008-06-22 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Het laatste oordeel

Liturgie:

♪ E188
♪ Psalm 105:1, 3
♪ E49
♪ Gezang 445:2
Hebreeën 9:27, 28
♪ Gezang 279:3, 6
♪ Psalm 32:1, 2
♪ Psalm 36:2
♪ Gezang 15:1

1. Oordeel van mensen

Wat in Hebreeën 9:27 staat geeft aanleiding om over het laatste oordeel te spreken:Eens moeten mensen sterven en daarna volgt het oordeel.Nu steeds minder mensen in God geloven, neemt de belangstelling daarvoor af. Daarvoor komt belangstelling voor het menselijk oordeel in de plaats. Want hoe je het ook wendt of keert: geoordeeld moet er worden. Ik geef een paar voorbeelden - Guus Hiddink is een verrader- Bush is de slechtste president die de Verenigde Staten ooit gehad hebben- Agnes Kant zal niet zo'n goede fractieleider zijn als Jan Marijnissen - Kees is een gewéldige buurman- Die jongen is een watjeSoms is het menselijk oordeel raak, soms niet. Maar hoe dat ook zij: kunnen wij ooit het láátste, het definitieve oordeel van mensen verwachten? Ik moet er niet aan denken dat mensen bij mij de balans gaan opmaken. Wat weten anderen nou van je diepste roerselen? Soms weet je amper hoe je jezelf moet inschatten. Nee, het laatste oordeel - dat moet God maar vellen. Denk aan wat David ooit zei:Liever vallen wij in handen van de HEER, want groot is zijn mededogen, dan dat ik in mensenhanden val. (II Samuël 24:14)

2. Gods oordeel over míj

Nu gaat het er vanmorgen niet over dat we erover kunnen fantaseren hoe dat oordeel over ánderen uitvalt. Nee, pas die regel uit Hebreeën 9 liever op jezelf toe: Eens moet ik sterven en daarna volgt het oordeel.En bedenk dan dat God wél je diepste roerselen kent. En bedenk dan ook, dat God vanuit zijn goddelijke hartstocht over ons oordeelt. Toen Hij de wereld schiep had Hij hoge verwachtingen. Daarnaar zal Hij ook mij oordelen. Hij zal kijken of ik de mens ben geworden die Hij in gedachten had. Ben ik de man die ik in Gods ogen had moeten worden? Heb ik het leven geleid dat Hij in zijn gedachten had toen Hij mij schiep? Of zal hij straks, bij het terugzien op mijn leven, teleurgesteld zijn en het gevoel krijgen dat er is niet uitgekomen wat Hij bedoelde?

3. Christus' offer

De gedachte aan het laatste oordeel heeft mensen veel angst aangejaagd. Ook dat zal een reden zijn dat er tegenwoordig minder over gesproken en gepreekt wordt. Dat is begrijpelijk. Toch zou het niet goed zijn om er van de weeromstuit maar geheel over te zwijgen. Niet alleen omdat het bepaald geen vooruitgang is als het gebrekkige en oppervlakkige oordeel van mensen ervoor in de plaats komt. Zeker zo belangrijk is, dat wij onze Heer Jezus Christus geen recht doen wanneer wij buiten beschouwing laten dat God eenmaal de balans over ons leven gaat opmaken. Niet voor niets wordt in Hebreeën 9 verband gelegd tussen het laatste oordeel en het offer van Christus:Eens moeten mensen sterven en daarna volgt het oordeel. Net zo zeker is het dat Christus, die eenmaal is geofferd om de zonden van velen te dragen, voor een tweede maal zal verschijnen om te redden wie hem verwachten.In de NBV zie je niet dat in vs 27 óók het woord 'eenmaal' staat. Jammer, want dat is niet toevallig. Zo wordt namelijk een parallel getrokken:Mensen moeten éénmaal sterven - Christus is éénmaal geofferd. Dat wil zeggen: het is allebei even definitief. Als ik sterf is mijn leven voltooid. Ik kan dan niets meer overdoen. Dan wordt de waarde van mijn leven eens en voorgoed vastgesteld. Tussen haakjes: om deze reden gaat het wringen als je de gedachte van reïncarnatie in het christelijk geloof probeert in te passen. Daarbij is immers het 'eenmaal' vervangen door een welhaast eindeloze kringloop van steeds nieuwe levens. Christelijk gesproken komt er na dit leven niet een reeks nieuwe levens, waarin je door schade en schande naar vervolmaking toegroeit. Het 'eenmaal' van Hebreeën 9:27 geeft aan dat we één leven krijgen en dat dat beslissend is voor het oordeel dat God over ons velt. Angstaanjagend? Niet als je dat tweede 'eenmaal' serieus neemt: het 'eenmaal' van het offer van Christus. Ook dat geldt eens en voorgoed en heeft een definitieve waarde. Dat wil zeggen: het is beslissend voor de eeuwigheid! Dáárom wordt ook gezegd dat Christus "een tweede maal zal verschijnen om te redden wie Hem verwachten". Dat is vanwege dat eens voor altijd geldende offer. Zijn offer is de grond waarop wij staan als wij geoordeeld worden. Zijn offer is er immers vanwege onze schuld en ons tekort. Daarom mag je Christus als je redder tegemoet zien.

4. Avondmaal

Dit alles heeft voor onze avondmaalsviering drie dingen te zeggen. In de eerste plaats wil het avondmaal ons bewaren voor de verkramping van het "als ik het maar goed doe". Hoe gauw leef je als christen, juist omdat je in je achterhoofd hebt dat God je gaat oordelen, in een zekere stress. De viering van het avondmaal wil ons daarvan bevrijden. Immers, dan worden wij bepaald bij de definiteve geldigheid van het eens voor altijd gebrachte offer van Christus. Wat Hij op Golgotha gedaan heeft is beslissend voor de eeuwigheid! Zo mogen wij vanmorgen weer weten dat wij het laatste oordeel vertrouwend tegemoet kunnen zien dankzij dat offer dat tot in eeuwigheid opweegt tegen onze schuld en ons tekort. In de tweede plaats houdt de viering van het avondmaal de belijdenis in, dat je met het oog op het laatste oordeel je toevlucht zoekt tot Christus. Denk aan de zinsnede in een van de belijdenisvragen:Je leven buiten jezelf in Christus zoeken. Wie tevreden is over zichzelf moet geen avondmaal vieren. Wie avondmaal viert, hecht meer waarde aan het offer van Christus dan aan zijn eigen menselijke inzet. Wie avondmaal viert, is dan ook in zekere zin te vergelijken met iemand die mank loopt. Ik bedoel: die is de vanzelfsprekendheid van zijn gang door het leven kwijt. Die kent de noodzaak van steun zoeken. Daarom, in de derde plaats, wil het avondmaal ons tot een houding van bescheidenheid brengen. Aan de avondmaalstafel erken je dat je Christus nodig hebt gezien het komende laatstee oordeel. Maar dan heb je ook reden om bescheiden te zijn in het oordelen over anderen. Wij zijn niet in de positie om anderen definitief de maat te nemen, eenvoudig omdat wij Christus nodig hebben om onze eindbeoordeling te doorstaan. Als wijzelf mank lopen, hoe zouden wij dan een groot woord hebben over anderen die geen rechte passen zetten? Verlaat de avondmaalstafel dus als bescheiden mensen. Dankzij Christus hoeven wij niet in angst te leven voor het laatste oordeel. Tegelijk geeft zijn eenmaal gebrachte offer ons reden om minder parmantig te leven.

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.