Preek over 1 Korintiërs 1:30,31

2009-06-28 v.m.

Ds. A. van der Dussen

 

Liturgie:

♪ E192
♪ Psalm 62 :1, 5
♪ Psalm 131
♪ Gezang 344 :1, 2, 3
♪ E198
♪ Psalm 103 :3, 4
♪ Gezang 431 :5, 6, 7

Finale

Stel je voor: je speelt in een voetbalteam in de finale van een belangrijk toernooi. Je bent niet in vorm. Je maakt de ene blunder na de andere. De scheidsrechter betrapt je bovendien op zulke grove overtredingen dat je een rode kaart krijgt. Je ziet het somber in: door jouw toedoen gaat je team deze wedstrijd verliezen. Je krijgt nijdige blikken van je teamgenoten. Maar het loopt anders. De midvoor is in een geweldige vorm. Zoals hij speelt – grote klasse! Tegenover jouw gepruts staat zijn briljante voetbal. Dankzij hem wint jullie team glansrijk. Na afloop van de wedstrijd gaat hij op de schouders. Het is feest. Jouw geklungel komt nog wel ter sprake, maar het kan de pret niet meer drukken. Jullie team heeft de finale gewonnen. Jullie gaan met de beker naar huis! Ondanks alles loop jij mee in de triomfantelijke processie van de winnaars!

Zich beroemen op de Heer

Houd dit beeld in gedachten bij deze tekst over het zich beroemen op de Heer. Denk aan die geweldige midvoor om te begrijpen waarom Paulus zegt dat wij ons enkel en alleen op Christus de Heer hebben te beroemen, vers 31. Terwijl jij alles verprutst, redt Hij de zaak. Hij is dankzij God onze wijsheid geworden, vers 30a. Door Hem worden wij rechtvaardig en heilig en door Hem worden wij verlost, vers 30b. Let op de opening van vers 30: “Door God bent u één met Christus Jezus.” Dat is een belangrijk motief. Net als in het voetbalteam sta je niet meer op je eentje, en wordt je identiteit mede bepaald door het verband waarin je bent opgenomen. Bij het voetballen geldt: jouw individuele prestatie is opgenomen in de eenheid van het hele team. Als Paulus benadrukt dat wij één zijn geworden met Christus, wil hij iets vergelijkbaars zeggen: jouw leven en jouw handel en wandel staan niet los van het leven en de dood van Christus. Zoals de individuele prestaties van de midvoormaar op jou afstralen, zo stralen de rechtvaardigheid en heiligheid van Christus op jou af. En dus loopt jouw leven uit op een vrolijk enthousiasme over Hém. Christus gaat als het ware op de schouders! Vergeten is jouw gepruts; er is een feestelijke stemming. Zoals het winnende team zich beroemt op de midvoor, zo beroemt een christen zich op Christus.

Niet meer piekeren

Vanuit deze tekst wil ik zo vanmorgen de viering van het avondmaal toespitsen op de blijde boodschap, dat God ons wil afhelpen van het gepieker over onze tekortkomingen en gebreken. Oorspronkelijk is deze tekst gericht tegen zelfvoldane mensen, die met zichzelf ingenomen zijn – zie vers 29. Mensen die prat gaan op hun eigen status krijgen van Paulus te horen: “Wil iemand zich op de Heer beroemen, laat hij zich op de Heer beroemen.” Het komt echt niet door jou dat God de Heer om zo te zeggen oprijst op de tribune om te applaudisseren… Toch wil ik vanuit deze tekst niet zozeer de zelfvoldanen onder ons aanspreken. Het gaat me vanmorgen in de eerste plaats om diegenen onder ons die over zichzelf in de rats zitten. “Doe ik het wel goed? Doe ik het wel goed genoeg?” O, wat kan een mens geplaagd worden door zijn gevoel tekort te schieten. Je kunt daardoor in jezelf opgesloten raken. Zelfs kan dat tot depressiviteit leiden. Zet daar deze tekst nu eens naast, en het beeld van de gewonnen finale. Dat is wat we moeten leren: wegkijken van onszelf, loskomen van onszelf en onze midvoor op de schouders nemen! En dan als heel het team, dat wil zeggen met heel de gemeente van Christus, het feest van zijn overwinning vieren. Christus op de schouders! Niet meer piekeren over jezelf, maar meegesleept worden door het enthousiasme over Hem.

Loskomen van jezelf

We horen het vaak tegenwoordig: God aanvaardt ons zoals we zijn. Dat is een waar, bevrijdend woord. Maar deze boodschap behoeft aanvulling. Er moet bij: om Christus’ wil. Als je dat er niet meer bij zegt, zal die boodschap aan realiteitskracht verliezen. Want de feiten van je tekortkomingen liggen er. Met een krampachtige negatie van die feiten komen we er niet. Speel geen verstoppertje voor jezelf. Dat is ook niet het evangelie. God zelf speelt geen verstoppertje als Hij ons aanvaardt zoals we zijn. Ook Hij kan en wil om de feiten niet heen – om onze tekortkomingen en gebreken. God doet niet alsof – alsof het allemaal wel meevalt. Daarmee zouden wij ook niet echt geholpen zijn. Nee, waar het om gaat is dat er een nieuw feit ligt, een feit, zo reusachtig en verstrekkend dat in het licht daarvan de feiten van onze tekortkomingen uiteindelijk geheel wegvallen. Ik doel op het feit, dat wij in Christus om zo te zeggen die geweldig midvoor hebben, en dat zijn prestaties, zijn wijsheid, rechtvaardigheid en heiligheid op ons afstralen. Dát is onze redding. Christus is onze redding. En om Christus’ wil breekt zo de feestvreugde los: op de schouders met Hem! En als je inzit over wat bij jou niet goed is gegaan, dan word je dus bij het avondmaal aangepord. “Zeg, niet blijven tobben! Jij zit in het winnende team – dankzij de Heer!” Daarom: kom los van jezelf, en beroem je op de Heer. Blijf niet zeuren over wat bij jou niet goed ging, maar laat je meeslepen door het enthousiasme over Christus! En zoek dus je identiteit in de verbondenheid met Hem, in de wetenschap: ”Ik zit in zijn team.” Dan mag je zeker zijn van de overwinning.

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.