Preek over Leviticus 25:1-22

2002-05-05 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Bevrijding ververst

Liturgie:

♪ Psalm 81: 1, 4, 8
♪ Psalm 119: 13, 14
♪ Gezang 21: 2, 5
♪ Gezang 411: 6

Inleiding

Vandaag is het 5 mei: bevrijdingsdag. We vieren de vrijheid die 57 jaar geleden herwonnen werd, nadat we gisteravond stil stonden bij de prijs die daarvoor betaald moest worden. Steeds weer wordt bij de herdenking op 4 en 5 mei de vraag gesteld, welke inspiratie wij kunnen halen uit de gebeurtenissen van toen. Wat zegt het ons nù, dat Nederland tóen ten koste van zoveel mensenlevens bevrijd is? Vanuit die vraagstelling ben ik naar de bijbel toegegaan en ik ben terechtgekomen bij Leviticus 25: de wet van het jubeljaar, het jaar van "vrijdom voor alle bewoners van het land", vs 10. Vanmorgen en ook volgende week wil ik over dit hoofdstuk preken. Vanmorgen zal ik eerst het principe van het jubeljaar uiteenzetten om vervolgens de lijn door te trekken naar de actualiteit.

1. Het principe van het jubeljaar.

De naam. Eerst iets over de naam. Is het een jaar om te jubelen? Nee: het woord ´jubel´ is hier een klankweergave van het hebreeuwse ´jobeel´ en dat betekent ´ramshoorn´ Zie vers 10: met bazuingeschal wordt dit bijzondere jaar aangekondigd. Dat geluid heeft een tweeledige functie: het is een sein voor een belangrijke gebeurtenis, en het is de aankondiging van een bijzonder moment in de verering van God. Vergelijk het met onze sirene en met het luiden van kerkklokken. Niet toevallig begint het jubeljaar op Grote Verzoendag, vs 9. Dit heeft alles te maken met de dienst aan God, met het wegdoen van de zonde!

2. Zeven maal zeven: het motief van de sabbat.

Dit bijzondere jaar bekroont een reeks van zeven perioden van elk zeven jaar. Het motief van de sabbat komt hierin naar voren. Vers 1-7 beschrijven de instelling van het sabbatsjaar: zoals na zes dagen er één dag van rust is, is er ook na zes jaar één jaar van rust. Op de wekelijkse sabbat wordt de bevrijding uit Egypte gevierd, maar dat is nog niet genoeg. Elk zevende jaar is nu ook een speciaal jaar van rust, van bevrijding van lasten. Concreet: het sjouwen en zwoegen op het land wordt gedurende een jaar nagelaten. De bodem krijgt rust, en de dieren ook. Verminderde productiviteit dus, maar geen honger: mens en dier kan leven van wat vanzelf opkomt. Merk op, hoe hier een rem wordt gezet op het ´steeds meer´. Er is tijd voor adem halen. Merkwaardig actueel is dat, nu wij in het bedrijfsleven en op de universiteiten veel horen over de behoefte aan een ´sabbatsjaar´. Heel bijbels is dat! We doen onszelf tekort als we rusteloos doorjagen. We doen ook God daarmee tekort. Daarop valt hier de nadruk: het sabbatsjaar is gewijd aan de Heer, vs 2.

3. Een nieuwe bevrijding uit slavernij.

Het jubeljaar nu is om zo te zeggen een sabbatsjaar in het kwadraat. Na zeven sabbatsjaren komt er een sabbat die alle vorige overtreft, en dat is het jubeljaar. Nu komt het tot een veel radicalere viering van de bevrijding uit Egypte. Nu komt het namelijk tot een nieuwe feitelijke bevrijding van slavernij: iedereen krijgt zijn vroegere bezit terug en keert terug binnen de kring van zijn familie, vs 10. Want wat was het geval: in die periode van zeven maal zeven jaar waren er mensen die hun vrijheid en onafhankelijkheid waren kwijtgeraakt. De startpositie van de Israëlieten in Israël was: iedere familie zelfstandig, op een eigen stuk grond. Maar door allerlei omstandigheden vond er bij sommigen verarming plaats, en bij anderen verrijking. Mensen zagen zich genoodzaakt hun land aan anderen te verkopen, en in het uiterste geval, om zichzelf als slaaf te verkopen. In het jubeljaar werd de oorspronkelijke toestand hersteld. Alle scheefgroei werd ongedaan gemaakt; iedereen begon opnieuw. De slaven werden weer vrij; de armen kregen hun land terug. En inderdaad: de rijken moesten hun slaven laten gaan en het land dat zij erbij verworven hadden terugschenken aan de oorspronkelijke eigenaars. Een herhaling dus van de bevrijding uit het slavenhuis! Zoiets was in het Oude Oosten niet helemaal onbekend. Als ergens een nieuwe koning aantrad, kon hij ook zo´n grootscheepse vrijlating afkondigen. Denk ook aan wat wij kennen: amnestie voor gevangenen bij een machtswisseling. Maar de wet op het Jubeljaar maakt daarvan een vaste traditie, waar je de klok op gelijk kunt zetten. Elke vijftig jaar is het zover. Moet je je voorstellen: vijftig jaar na de bevrijding van 1945, in 1995, worden schulden kwijtgescholden, krijgt iedereen weer een startkapitaal. Zo wordt de bevrijding weer actueel! En inderdaad is dat het principe van het jubeljaar: dat de bevrijding uit Egypte weer actueel wordt, kersvers. Opmerkelijk is Jezus´ toepassing van deze wet in Lucas 4:19 slot: het heil dat Hij brengt is de vervulling van de wet op het Jubeljaar!

4. Het effect op de economie.

Bijzonder is dat het zich al lang van tevoren aankondigt, zie vs 13-17. Hier wordt antwoord gegeven op de vraag of het nog de moeite loont om grond van een ander te kopen, als je na verloop van tijd die grond weer moet teruggeven. Het antwoord is: inderdaad wordt de grond van de ander nooit voor altijd je eigendom. Eigenlijk koop je alleen voor een aantal jaren de oogsten op die grond. Als je dus nog veertig jaar te gaan hebt voor er een jubeljaar is, koop je veertig oogsten. Dan wordt de prijs dus hoger dan wanneer je nog maar tien jaar te gaan hebt. Deze regeling voorkomt oneerlijke handel. Er zijn op deze manier vaste prijzen. Niemand komt tekort als deze regel wordt opgevolgd. Er wordt geen misbruik gemaakt van macht. Zo hoort het ook in Israël, vs 17: "Ik, de Heer, ben jullie God, en voor Mij moet je eerbied en ontzag hebben."

5. De actualiteit

Het is onmogelijk om deze wet zo maar toe te passen op onze samenleving. Die is eindeloos veel ingewikkelder dan de samenleving waarop de wet betrekking had. Wel is het mogelijk om met de strekking van deze wet voor ogen kritisch naar onze samenleving te kijken. Bevrijding vraagt om herhaling. Echt bevrijdingsdag vieren betekent dat je oog hebt voor nieuwe onvrijheid, nieuw onrecht. Wat is er na het einde van Wereld Oorlog II veel gebeurd, veel scheefgegroeid, ook in ons land. Af en toe moet de bezem er weer door, moet het weer een verse ervaring worden: God geeft bevrijding! Af en toe moeten de sirenes klinken, de kerkklokken luiden: let op, de bevrijding wordt ververst! Heel concreet kritiseert deze wet het mechanisme, dat rijken steeds rijker worden en armen steeds armer. Er zijn dan ook christenen die concreet bepleiten de schulden van de arme landen kwijt te schelden. Anderen wijzen op het schandaal van de bio-industrie en bepleiten lastenverlichting voor de dieren! En wisten jullie, jongelui, dat er een merk spijkerbroek is waarvan de productie nu eens níet ten koste gaat van arbeiders in de Derde Wereld? Laat het duidelijk zijn: ook de verversing van de vrijheid kost wat. In 1945 ging het niet zonder offers; nu ook niet. Maar daarvoor zijn we ook christenen. Let op die twee aanduidingen van het godsdienstige kader van het jubeljaar: het begon op de Grote Verzoendag (vs 9), en het houden van deze wet heeft te maken met het dienen van de HERE. Mag ik het eens scherp zeggen: ons leven bij Gods verzoening in Christus staat op het spel wanneer wij aan deze maatschappelijke kant van ´met een schone lei beginnen´ achteloos zouden voorbijgaan.

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.